Het leven met gips - Reisverslag uit Amsterdam, Nederland van Parisa Yazdani - WaarBenJij.nu Het leven met gips - Reisverslag uit Amsterdam, Nederland van Parisa Yazdani - WaarBenJij.nu

Het leven met gips

Blijf op de hoogte en volg Parisa

29 Augustus 2018 | Nederland, Amsterdam

Maandag. Ik ben er klaar voor. Ik heb het een aantal maanden voor mij uitgeschoven, maar vandaag is de dag. Zodra ik op de tafel van de orthopeed lig vraagt hij mij hoe het gaat. Het gaat goed. Ik ben nieuwsgierig en in tegen stelling tot afgelopen maanden ontspannen ten opzichte van wat er gebeuren gaat. Zodra ik een ruggenprik heb gekregen voel ik de tinteling in mijn benen verspreiden. Net zoals het gevoel in je mond na de verdoving bij de tandarts voel ik op een gegeven moment mijn benen niet meer. Zodra ik met mijn hand 'mijn' bovenbeen voel, voel ik met mijn hand een zacht stukje vlees. Met mijn been voel ik niet mijn hand. Ik zie hoe de orthopeed mijn been omhoog tilt en op zijn schouder neerlegt. Mijn been heeft de neiging om naar buiten te vallen. Hij legt mijn been weer terug op zijn schouder en gaat rustig verder met het schoonmaken van mijn voet. Ik heb totaal geen controle en totaal geen gevoel. Mijn benen lijden een eigen leven. Na de operatie word ik naar de gipskamer gereden en dan begint het leven met gips.
Maandagavond. Op het bed liggen drie kussen op elkaar gestapeld. Daarbovenop ligt een deken en daar weer op ligt het gips. Het steekt bijna kaarsrecht omhoog. Even wennen om zowel op je rug te slapen, als niet te kunnen draaien. Nachtrust? I love you en hoop je over zes weken terug te zien.
Tweede woensdag. Ik wil volgende week werken, dus ik besluit om te kijken hoe lang ik met krukken rechtop kan staan. Ik loop de gang uit naar beneden. Zodra ik buiten sta voel ik al dat er te veel bloed naar mijn voet stroomt. Koppig loop ik door. Zodra ik in de winkel aankom zie ik dat mijn voet van kleur is veranderd. Van wit naar aubergine. Het lijkt wel alsof een dode vis in een stuk gips is geduwd. Met de ov en krukken op en neer gaat hem nog niet worden.
Een vriendin belt en zegt grappend dat haar vriend mij wel naar mijn werk kan brengen. Hij is toch vrij. Het grapje wordt uitgevoerd. De derde week wordt een week waarin ik ga logeren. De eerste ochtend loop ik al tegen de eerste obstakels aan. Na het douchen en aankleden ben ik bekaf. Als ik eenmaal beneden aankom ziet mijn voet er net zo uit als tijdens mijn koppige actie naar de winkel; aubergine van kleur, dik en kloppend. Terwijl ik aan het aanrecht mijn ontbijt klaarmaak, denk ik na over hoe ik met een bord en twee krukken moet lopen zonder dat het eten eraf valt. Ik kom tot de conclusie dat dat onmogelijk is. Die avond zit ik in de wachtkamer van de verloskundige. De eerste die binnenkomt ziet een alleenstaande zwangere vrouw zitten met haar been in het gips en twee krukken naast haar. Wat moet dat er zielig uit hebben gezien. Gelukkig was ik slechts aan het wachten tot we weer terug konden naar het logeeradres. Zodra ik thuis ben val ik na het eten in slaap en word ik 13 uur later wakker. Na 1 dag rust merk ik ook dat mijn voet slinkt en zijn eigen kleur terugkrijgt. De gips zat dus niet te strak. Ik moet een ander plan maken voor volgende week.
Nieuwe week. Een kwartier voor vertrektijd staan wij op het station. Wij melden ons, lopen naar de trein en er wordt een klep uitgeklapt door de ns assistentie. Ik word de trein ingereden en uitgezwaaid. Daar zit ik dan in een rolstoel op een plek gereserveerd voor mensen die in een rolstoel zitten. Bij, voor mij, het eindstation vragen verschillende mensen mij of ik hulp nodig heb bij het uitstappen. Nadat ik hulp heb afgewezen en de trein steeds leger raakt, word ik toch wel zenuwachtig. Hoe ga ik dit doen? Blijf ik zitten en neem ik hulp bij het volgende station wel aan of laat ik mijn rolstoel achter en ga ik met krukken de trein uit? Opeens zie ik mijn collega met naast haar een nieuwe ns assist zwaaien. Wat een geruststelling. Ik word de trein uitgereden en voordat ik het weet zit ik in de auto met mijn voet op de dashboard opweg naar het prakijk waar ik werk.
Ik gooi de voordeur van het praktijk open en wil naar binnen lopen. De deur valt dicht. De deur is te zwaar waardoor hij sneller dichtvalt dan ik kan lopen. Ik werk op de eerste verdieping. Mijn collega hoort mijn krukken en komt zijn kamer uit. Hij gaat achter mij staan voor het geval ik naar achteren val. Misschien moet ik toch nog een keer een YouTube filmpje bekijken met tips over hoe ik handig de trap op moet.
Werk. Ik loop naar de wachtkamer om de eerste patiënt op te halen. Oké even opnieuw. Ik strompel met mijn krukken naar de wachtkamer om de eerste medepatiënt op te halen. Als ik de deur dicht wil doen blijft de onderkant van de kruk onder de onderkant van de deur steken waardoor ik hem eruit moet trekken. Ik besluit om in het vervolg de ander te vragen om de deur dicht te doen. In de pauze loop ik naar de keuken. Die is gelukkig twee meter van mijn kamer. Het drinken zit in het glas en het glas heb ik in mijn hand tegen de handvatten van de kruk aangeduwd. Ik probeer te lopen, maar het drinken spat eruit. De vloer wordt nat, mijn glas wordt leger en als ik zo doorga kom ik met een leeg glas in mijn kamer aan. Weet je wat ik at het wel in de keuken. De toilet is een kleine trap naar beneden. Over vijf minuten moet ik de volgende patiënt ophalen uit de wachtkamer. Weet je wat ik ga vandaag wel niet naar de toilet. Morgen weer een dag. Maar mijn voet kan niet wachten. Hij ligt continu zoveel mogelijk hoog. Dat heb ik wel geleerd van vorige week. Zo ligt hij op elke tafel, stoel of aanrecht die ik tegenkom. Mijn tweede werkweek zit erop.
Zowel de heen- als de terugweg hebben de afgelopen week een uur langer geduurd. Geduld. Voortgeduwd worden duurt langer dan wanneer je zou lopen. En ook de bus 'instappen' duurt langer. Ten eerste is het de vraag of de buschauffeur de knop kent om de drempelverlaging te besturen zodat je met de rolstoel erin kan rijden. Als dat niet werkt moet je uit je rolstoel klimmen en met krukken de bus inspringen. De ander moet dan de zware onhandige rolstoel in de bus tillen. Zodra je in de bus bent moet je gelijk je wielen op slot zetten en in je rolstoel gaan zitten want voordat je het weet vertrekt de bus en schiet je naar voren. En dan heb ik het niet over de opstopping die hebt verzorgt, omdat iedereen aan het wachten is totdat jij zit en zij erlangs kunnen. En dan de verhogingen in de weg. Dit kan in de vorm van een stoep of kapotte stoepen die omhoog uitsteken waardoor je je reis continu moet uitstippelen. Daarbij moet je je steeds afvragen: ga ik terug en dus om of gebruik ik kracht en til ik de stoel op. De persoon die je duwt beantwoord deze vraag. Anderen hebben haast, maar jij niet. Jij hebt boordevol geduld dus je gaat altijd als laatste de trein of de bus uit. Je wacht totdat iedereen eruit is en dan is het jouw beurt. Zodra je uit de ov bent begint de race. Race tegen de kinderwagens waarbij het de vraag is wie het eerste bij de lift aankomt. Helaas keer op keer verlies je de race. Terwijl je de lift naar beneden ziet gaan, wacht je tot hij weer omhoog komt. En stel dat je tegelijk met de kinderwagen bij de lift aankomt, dan nog moet je wachten op de volgende lift want je past niet met twee stoelen in de lift. Achjoh jij hebt toch alle tijd. Op het moment dat je de lift uitgaat zijn alle mensen in een wagen een bekende. Kinderen zitten op ooghoogte en staren vooral. Ze kijken je aan als je aan komt rijden en blijven kijken als je elkaar kruist. Ze draaien zelfs hun nek om als je al voorbij bent gereden en blijven staren. Volwassen rolstoelgangers lachen en zeggen gedag. Andere mensen kijken naar je. Iedereen kijkt eerst naar je voet en daarna naar jou. Het toppunt vond ik dat een mevrouw ver in de tachtig mij voorliet in de lift. Ik hoor haar toch voor te laten gaan.
De meesten zijn vriendelijk en ongelofelijk behulpzaam. Mijn moeder, oke zij telt niet want zij is te goed voor mij. Zij denkt aan alles en ik hoef om niks te vragen. Mijn collega's, bij wie ik toe moet geven dat ik iets niet kan en dus hulp moet accepteren. Mijn vrienden die maar blijven langskomen en die maar hulp blijven aanbieden. De ns assistentie, die mij over mijn schouder aait, vriendelijk toelacht en al het goeds toewenst. Onbekenden. Ik zie dat ze mij opzoeken en vragen of ze kunnen helpen. Continu. Wat een lieve wereld. Ik ben wel klaar met de gips. Vandaag heb ik de afspraak met twee dagen kunnen vervroegen. Ik wil niet 1 dag langer gips dan nodig. Over 2 weken en 6 dagen zeg ik gedag. Ik kan niet wachten. Ik ben oprecht klaar met het leven met gips.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nederland, Amsterdam

Europa

dichtbij maar even lekker

Recente Reisverslagen:

29 Augustus 2018

Het leven met gips

21 Juli 2017

Noorwegen

31 Augustus 2016

Kroatië (Dalmatië)
Parisa

Actief sinds 21 April 2012
Verslag gelezen: 2043
Totaal aantal bezoekers 99656

Voorgaande reizen:

09 Augustus 2018 - 09 Augustus 2018

Midden-Amerika

03 September 2016 - 01 Oktober 2016

Midden-oosten

22 Juli 2016 - 05 Augustus 2016

Europa

01 November 2015 - 30 November 2015

Zuid- Amerika

28 Maart 2012 - 08 Juli 2012

Zuidoost- Azië

Landen bezocht: